Participatiewet in Balans; de belangrijkste wijzigingen

De Tweede Kamer heeft de wetswijziging Participatiewet in Balans op 22 april 2025 aangenomen. Daarmee is het wetsvoorstel naar de Eerste Kamer en komt de definitieve invoering steeds dichterbij. Maar wat verandert er nu precies in Spoor 1 van de Participatiewet in Balans? We zetten het op een rij.

De Tweede Kamer heeft de wetswijziging Participatiewet in Balans op 22 april 2025 aangenomen. Daarmee is het wetsvoorstel naar de Eerste Kamer. De beoogde invoeringsdatum is 1 januari 2026. Hier lees je puntsgewijs de belangrijkste veranderingen.

1. Aanvragen en toekennen bijstand

  • Aanvragen worden eenvoudiger: digitaal via DigiD, identificatie mag met rijbewijs.

  • Gemeenten mogen uitgaan van bekende gegevens bij herhaalde aanvragen (binnen 12 maanden).

  • Bijstandsaanvragen kunnen tot drie maanden met terugwerkende kracht worden toegekend.

  • Gemeenten kunnen ambtshalve de individuele inkomenstoeslag toekennen.

  • Motie aangenomen om minimaregelingen te versimpelen en onderlinge verschillen te verkleinen.

2. Maatschappelijke participatie

  • De maatschappelijke participatie vervangt de sociale activering en de tegenprestatie.

  • Deelnemers mogen dit zelf vormgeven zolang het werk niet verdringt of arbeid belemmert.

  • Mogelijk komt er later een aparte regeling voor mensen die niet meer kunnen werken.

  • Motie aangenomen om sociaal ontwikkelbedrijven toekomstbestendig te maken.

3. Taaleis

  • Blijft behouden, ondanks eerdere plannen om deze te schrappen.

  • Gemeenten krijgen ondersteuning bij het taalaanbod; handhaving wijzigt.

4. Zorg en mantelzorg

  • Samenwonen vanwege zorgbehoefte leidt niet automatisch tot een gezamenlijke huishouding.

  • De kostendelersnorm vervalt tijdelijk bij intensieve zorg.

  • Niet-formele mantelzorg telt niet meer als ‘betaald werk’, dus geen uitkeringskorting.

5. Jongeren

  • De 4-weken zoektermijn blijft, met uitzonderingen voor kwetsbare jongeren.

  • Jongeren krijgen toegang tot uitstroompremie en inkomensvrijlating.

  • Het Bouwdepot voor kwetsbare jongeren mag voorlopig doorgaan; nieuw beleid wordt ontwikkeld.

6. Jongmeerderjarigen

  • Hogere norm wordt algemene bijstand (90% van het netto minimumloon voor 18-jarigen).

  • Gemeenten mogen hiervan afwijken, maar niet boven de 21+-norm.

7. Partner zonder recht op bijstand

  • Norm wordt gelijk aan alleenstaande of alleenstaande ouder (met ALO-kop uit het kindgebonden budget).

  • Bij jongmeerderjarigen telt leeftijd van de niet-rechthebbende partner niet mee.

8. Betaalmoment en middelen

  • Het wordt mogelijk om via een AMvB het betaalmoment van bijstand te reguleren.
  • Giften en kostenbesparende bijdragen tot €1200 per jaar vrijgesteld.

  • Bijdragen van voedselbanken tellen niet mee als inkomen.

  • Inkomen wordt verrekend zodra iemand erover kan beschikken.

  • Vakantiegeld wordt anders verrekend, zodat inkomens stabieler blijven.

9. Inkomensverrekening

  • Inkomsten kunnen direct via polisadministratie worden verrekend.

  • Gemeenten mogen bij schrijnende inkomensverrekeningen bijspringen via een bufferbudget (€1000 per jaar) om werk te stimuleren.

10. Inkomensvrijlating

  • Vereenvoudigd naar één regeling: 15% van het inkomen tot aan de bijstandsnorm (25% voor gepensioneerden).

  • Vrijlating geldt 12 maanden, verlenging mogelijk.

  • Gunstigere bestaande regelingen blijven voorlopig gelden.

11. Sancties en terugvordering

  • Verplichte korting van 100% vervalt; gemeenten stellen zelf maatregelverordening vast.

  • Boetes mogen worden aangepast op basis van het evenredigheidsbeginsel.

  • Motie aangenomen om anonieme kliklijnen te ontmoedigen.

Het vervolg

Deze aanpassing van de Participatiewet is onderdeel van een breder traject:

  • Spoor 2: herziening van de wet op basis van
    • een realistisch mensbeeld
    • het ondersteunen en versterken van de intrinsieke motivatie
    • het bieden van een passend perspectief op participatie
    • een toereikend sociaal minimum
    • een doelmatig, maar ook voorspelbaar en begrijpelijk vangnet.
  • Spoor 3: professionalisering van de uitvoering.