Vanaf 1 januari 2026 treedt een deel van de Participatiewet in Balans in werking. Deze eerste stap (Spoor 1) gaat over wetswijzigingen die meer ruimte geven om inwoners te ondersteunen. Naast deze wijzigingen is er ook Spoor 3: de professionalisering van de uitvoering. Daar gaat het niet om artikelen en wetsregels, maar om het vermogen om inwoners écht te zien.
Volgens Els Woudstra, trainer bij Wyzer Academie, draait de echte verandering vooral om Spoor 3: “Spoor 1 is vrij zwart-wit: er worden artikelen aangepast waardoor er meer ruimte komt om maatwerk te leveren en en de inwoner centraal te zetten. Maar Spoor 3 gaat veel meer over hoe je dat dan doet. Het gaat over wat professionals nodig om de wet goed te kunnen uitvoeren.”
Waarom verandering nodig is
De Participatiewet werd ooit ingevoerd om meer mensen mee te laten doen in de samenleving, ook mensen met een arbeidsbeperking. In de praktijk bleek dit systeem vaak wat ingewikkelder. Professionals hadden beperkte ruimte en inwoners voelden zich eerder gecontroleerd dan geholpen. Els: “We komen uit een tijd waarin we heel erg op de regels zaten. Je keek vooral of iemand recht had op een uitkering en als dat niet zo was, ging de deur dicht. Maar dat is niet de manier om mensen vooruit te helpen.”
De wetgever heeft die spanning ook gezien. Met de Participatiewet in Balans wil de overheid dat veranderen. Het doel: meer aandacht voor de mens, minder nadruk op regels, en vooral werken vanuit vertrouwen.
Van regels naar reflectie
Mensgericht maatwerk betekent dat je niet alleen kijkt naar de voorwaarden, maar breder kijkt naar de situatie. “Wat ik vaak zie,” vertelt Els, “is dat je als professional soms een eerste reactie hebt en daarmee snel een oordeel klaar kan hebben over een inwoner. Een inwoner vraagt een uitkering aan, maar heeft bijvoorbeeld al lang niks gedaan om weer aan het werk te komen. Dan heb je daar zelf een mening over. “Spoor 3 zegt: dat is niet handig. Je moet reflecteren op je eigen oordeel en juist op zoek gaan naar wat er nodig is om iemand verder te helpen. Dat klinkt vanzelfsprekend, maar is in de praktijk best lastig. Professionals werken onder tijdsdruk. Ze moeten dossiers bijhouden en voelen, door de regelgeving, soms druk. Toch is reflectie volgens Els het belangrijkste: “Je moet naar jezelf kunnen kijken, maar ook naar de inwoner. Dat betekent goed luisteren, samenwerken met collega’s of andere afdelingen en durven afwijken van de bestaande route. Alleen zo kan je echt maatwerk leveren.”
Mensgericht maatwerk als uitgangspunt
Binnen Wyzer Academie wordt niet alleen over mensgericht werken gesproken, maar juist over mensgericht maatwerk. Dat legt de nadruk op de persoon achter de situatie. “Mensgericht maatwerk is de mens achter je casus zien,” zegt Els. “Je sluit eerst aan bij de inwoner: hoe gaat het, wat zijn de behoeftes en mogelijkheden? En vanuit vertrouwen en gelijkwaardigheid ga je samen verder. Dat is echt iets anders dan zeggen: dit moet anders krijg je een maatregel.”
Dat vraagt om een andere houding, maar ook om nieuwe vaardigheden. Daarom geeft Wyzer Academie trainingen in gesprekstechnieken, persoonlijk leiderschap en oplossingsgericht werken. “Als je meer vanuit de toekomst kijkt, wordt het gesprek positiever. Op zoek gaan naar wat een inwoner (al) wel kan doen. Dat zorgt vaak ook voor een stuk zingeving in je leven. Misschien kan iemand zelfs wel weer aan het werk. Door die houding bereik je vaak ook sneller resultaat”, vertelt Els.
Balans tussen inwoner en wet
Veel professionals vragen zich af hoe mensgericht maatwerk zich verhoudt tot de regels. Els vertelt dat wet- en regelgeving de basis blijft, maar toch kijken we er nu anders naar. “Voorheen keken we vanuit de regels: heb jij recht op een uitkering? Kom je op tijd bij je afspraken? Lever je op tijd stukken aan? Werk je mee aan je traject? Zo niet, dan krijg je geen uitkering of dan krijg je een maatregel of boete. Nu draai je dat om. Je kijkt eerst naar de situatie van de inwoner en daarna naar de ruimte die de wet biedt.”
“Regels zijn belangrijk,
maar er zit beoordelingsruimte
in. Dáár moet je starten.”
Els geeft een voorbeeld: “Soms is het verstandig om tijdelijk een uitkering te verstrekken, omdat dat de hele situatie stabiliseert. Voorheen kwam dat niet eens aan de orde, omdat iemand bijvoorbeeld net iets teveel vermogen had. Regels zijn belangrijk, maar er zit beoordelingsruimte in. Dáár moet je starten.”
Zo ontstaat de balans waar de nieuwe wet voor staat: een evenwicht tussen rechtmatigheid en de mens.
Samen leren en ontwikkelen
Dit vraagt inzet van de hele organisatie. “We moeten niet denken dat Spoor 3 alleen over consulenten gaat,” zegt Els. “Het is iets dat je met de hele organisatie moet oppakken. Ook leidinggevenden en beleidsmakers horen erbij. Als zij geen ruimte en veiligheid bieden, kan je dit niet in de praktijk brengen.”
Volgens Els zijn er verschillende manieren die daarvoor zorgen: “Door trainingen, intervisie en casusbesprekingen blijf je met elkaar leren. Steeds vaker zie je dat gemeenten werken met een leeragenda. Dan pak je bijvoorbeeld het thema mensgericht maatwerk met de hele organisatie op. Dat geeft richting en maakt het mogelijk om te meten of er vooruitgang wordt geboekt.”
Zo worden reflectie en samenwerking binnen een organisatie belangrijker. Professionals voelen zich gesteund om keuzes te maken voor de inwoner.
Vertrouwen als basis
Wat levert dit alles op? Volgens Els gaat het uiteindelijk om vertrouwen. “Door mensgericht maatwerk doe je wat nodig is. Vroeger controleerden we heel veel. Nu willen we op basis van vertrouwen aan de slag. Dat vraagt oefening, maar het levert zoveel meer op. Je gaat echt samen op zoek naar een goede oplossing, in plaats van dat de overheid tegenover de inwoner staat.”
Daarmee raakt Spoor 3 de kern van de Participatiewet in Balans: het herstellen van de relatie tussen overheid en de inwoner. Els sluit af: “Iedereen was een beetje bang geworden voor de overheid. En dat is niet handig als je hulp nodig hebt. Door mensgericht maatwerk brengen we de balans terug: tussen de regels enerzijds en de inwoner anderzijds.”