Kun je wat meer vertellen over jezelf en je huidige rol?
“Jazeker. Ik ben Esther van Muijlwijk, sinds 1 januari 2022 specialist en coach binnen het team Jeugd bij TIM Stichtse Vecht. Sinds kort ben ik ook teamleider van het hele Team Stichtse Vecht, dat hulp biedt aan alle inwoners en in totaal bestaat uit 12 professionals. Ik heb altijd met mijn poten in de klei gestaan en heb onder meer gewerkt als zorgcoördinator, gezinsbegeleidster, maatschappelijk werker en kwaliteitscoach bij verschillende instanties en gemeenten.
TIM Stichtse Vecht is een samenwerkingsverband dat één centraal aanspreekpunt biedt voor alle ondersteunings- en zorgvragen van inwoners binnen de gemeente Stichtse Vecht. Het consortium bestaat uit diverse grote partners en we werken samen met diverse onderaannemers in de regio. Er zijn drie wijkteams, waarbij er één centrale toegang is, waar inwoners terecht kunnen met hun ondersteunings- en zorgvragen. Hier komen ook de Veilig Thuis-meldingen binnen, die moeten worden onderzocht. Daarnaast is er een specialistisch team met onder meer systeemtherapeuten en specialisten in bepaalde methodieken die onder meer kunnen worden ingezet bij vechtscheidingsproblematieken. Ook wijkteammedewerkers hebben veelvuldig met deze problematiek te maken.”
Wordt er ook samengewerkt met andere lokale jeugdteams buiten Stichtse Vecht?
“Wij hebben hier het traject ‘regionale samenwerking lokale jeugdteams Utrecht-West, dat is ontstaan vanuit de proeftuin ‘bescherming in beweging’. In onze regio werken lokale jeugdteams intensief samen met diverse partners, waaronder gemeenten, jeugdhulpaanbieders, onderwijsinstellingen en andere ketenpartners. Binnen het traject wordt ook aandacht besteed aan de begeleiding van complexe scheidingen, omdat ouders door aanhoudende ernstige conflicten regelmatig het belang en welzijn van de hun kinderen en het wederzijdse belang uit het oog dreigen te verliezen.
“We willen terug naar een
manier die meer focust
op vertrouwen geven”
Om schade bij kinderen te voorkomen of te verminderen, werken gemeenten binnen de regio samen aan de preventie en aanpak van problemen rondom complexe scheidingen. Hierbij willen we het veiligheidskader rondom jeugdhulp op een andere manier vormgeven. We stappen af van het veiligheidsdenken, waarbij verkokerd wordt gekeken en vooral wordt ingezet op beheersing. Vaak is deze manier gevoed door wantrouwen. We willen terug naar een manier die meer focust op vertrouwen geven: de verantwoordelijkheid leggen bij ouders, waarbij we op zoek gaan naar gemeenschappelijke waarden en normen en ouders begeleiden.
Jij hebt onlangs de training ‘Duurzaam samenwerken bij complexe ouderrelaties’ bij Wyzer Academie gevolgd. Welke opleidingsvraag lag er precies?
“Ik wil dat mijn team en ik ons goed kunnen positioneren bij complexe scheidingen en dat we weten wat er speelt als het gaat om (v)echtscheidingsproblemen en hoe we ons moeten verhouden tot ‘vechtende’ mensen. Dat we leren hoe we ons daarin kunnen bewegen, zodat daadwerkelijk het belang van het kind voorop komt te staan. Hierbij zorgen we er dus wel voor dat vooral de ouders aan het werk gaan. Wij kunnen wel ondersteuning bieden en de juiste vragen stellen. Zoals: waar zie jij je kind over 10 jaar staan? Welke normen en waarden wil je je kind meegeven? Et cetera.”
Hoe ben je bij Wyzer Academie uitgekomen?
“Dat is via een andere teammanager gegaan. Er zijn aanvragen ingediend bij diverse partijen en uiteindelijk kwam Wyzer Academie als winnaar uit de bus. Vooral de gemeente-overstijgende aanpak sprak ons aan, maar ook het feit dat we snel konden starten en het feit dat ze maatwerk boden. Bovendien konden we met meerdere groepen instromen. We hebben kunnen meedenken over de aanpak en opzet van de training. Het was fijn dat er ruimte was voor eigen inbreng. We hebben in 3 rondes feedback kunnen geven op het voorstel.”
Hoe zag de training eruit?
“Het ging om een driedaagse training. Eerst was er veel aandacht voor de theorie, daarna werden diverse voorbeelden uitgewerkt en tot slot gingen we in groepjes aan de slag met door ons zelf ingebrachte casussen. Er is voor iedere groep ook nog een terugkomdag georganiseerd en er waren verschillende intervisies.”
“De training was erg waardevol
en inspirerend. We hebben
niet voor niets beoordeeld
met een negen.”
Hoe hebben je de training ervaren?
“Als heel erg waardevol en inspirerend. En ik niet alleen, ook mijn collega’s waren er erg over te spreken. We hebben de training beoordeeld met een negen. Er waren vooral lovende woorden voor de concrete voorbeelden, waardoor de materie veel meer ging leven. De trainers zijn kundig en zijn nog altijd actief in de praktijk, waardoor ze weten waar ze het over hebben.”
Wat is het resultaat van de training?
“Het is nog een beetje vroeg om hier iets over te zeggen, omdat de laatste training nog maar net is afgerond en de intervisies nog tot mei/juni doorlopen. Ik merk wel dat sommige wijkteams de opgedane theoretische kennis al heel actief toepassen in de praktijk. Maar in sommige teams wordt nog teruggegrepen op oude methodieken. Dit heeft met name te maken met de hoge werkdruk.”
Hoe borgen jullie de opgedane kennis binnen de organisatie?
“Ik ben op dit moment hard aan het nadenken over de opvolging. Ik merk dat iedereen zeer geïnspireerd is geraakt, maar nu moet iedereen het alleen nog durven te doen. Het is nog te weinig algemeen gedachtengoed. We weten nu hoe het beter kan, nemen het mee in onze rugzak, maar nu moeten we het ons nog echt eigen gaan maken. Wellicht dat Wyzer Academie daar ook nog een rol in kan spelen in de vorm van coaching hoe wij dit goed kunnen implementeren op de werkvloer. Ik heb hier zelf al wel ideeën over. Zo heb je bij ons een vraag- en adviestafel, casuïstiekbesprekingen en onze gedragswetenschapper geeft werkbegeleidingen. Ik wil op al deze punten dat we meer waardegericht en vertrouwensgericht gaan denken. Niet alleen binnen mijn team, maar ook binnen de andere teams binnen de regio.
Uiteindelijk moet dit leiden tot het stoppen met losse hulpverleningstrajecten voor jeugdigen. Er moet een geïntegreerde aanpak komen, waarbij er nooit om een van de gezinsleden heen kan worden gegaan. Dit moet bijdragen om weer te komen tot de kern: het belangrijkste dat een kind nodig heeft, zijn de ouders.”